Behoud van werk is het belangrijkst.

Nederlands grootste vakbond, de FNV, legt in 2007 een looneis op tafel van 2,5 procent, eventueel aangevuld met bonussen. Verder wil de bond meer werkzekerheid van werknemers. Dat moet gebeuren door betere scholing en het voeren van loopbaangesprekken. Dat staat in de FNV-discussienota ‘Lekker Werken’.

In de nota zet de FNV het arbeidsvoorwaardenbeleid voor 2007 uiteen. Volgens de FNV is er bij de werkgevers een onderhandelingsruimte van in totaal 3 procent. In bedrijven en sectoren waar de financiële ruimte groter is, zullen de FNV-vakbonden mogelijk aanvullende eenmalige beloningen eisen.

Naast een goed salaris, willen de FNV-leden graag hun werk behouden. Werkzekerheid staat daarom hoog op de agenda. De bond zet in op afspraken over scholing en op stageplaatsen.

Betaald advies
Nieuw is de FNV-eis dat een werknemer de kosten van opleiding niet hoeft terug te betalen als hij van baan verandert. Ook gaan cao-onderhandelaars zich sterk maken voor het recht op één keer per jaar een loopbaangesprek en één keer per drie jaar een extern advies, betaald door de werkgever.

De FNV wil verder af van het oprekken van de wettelijke contracttermijnen voor flexwerkers. Ook CAO's die onderscheid maken in arbeidsvoorwaarden tussen vaste en tijdelijke werknemers, kunnen niet op instemming rekenen van de FNV. Daarnaast wil de bond heldere afspraken maken over het maximale aantal flexibele arbeidskrachten in een organisatie.

Geen centrale looneis
Werkgeversorganisatie VNO-NCW is tegen een gelijke procentuele loonsverhoging voor iedereen. De jaarlijkse looneis valt al tijden niet goed bij de werkgeversorgansiatie. Werknemers krijgen hoger loon, ongeacht hun prestaties. De werkgevers willen voortaan een deel van de loonsverhoging afhankelijk maken van de getoonde inzet en het geleverde resultaat.