Nederland raakt achterop met arbeidsproductiviteit

In de afgelopen tien jaar is de arbeidsproductiviteit in Nederland minder hard gegroeid dan in andere rijke landen. Hierdoor is Nederland gezakt op de internationale ranglijst van bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur. De afname betekent niet dat Nederlanders minder hard zijn gaan werken, maar wel dat er (te veel) mensen werken in bedrijven die te weinig waarde toevoegen aan de economie. Ook het terugschroeven van de gaswinning in Groningen, heeft invloed op de afgenomen arbeidsproductiviteit.

Dat blijkt uit een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Hoeveel waarde voegt een werknemer toe?
Arbeidsproductiviteit drukt uit hoeveel waarde een werknemer toevoegt aan de economie per gewerkt uur. Dit wordt berekend door de totale waarde die bedrijven toevoegen te delen door het aantal gewerkte uren. Als deze waarde toeneemt, betekent het dat werknemers productiever zijn geworden.

De structurele afname van de arbeidsproductiviteit komt vooral omdat in Nederland te veel mensen werken aan bedrijfsactiviteiten die weinig waarde toevoegen aan de economie. Een oplossing kan dus zijn om bedrijven te stimuleren om andere producten en diensten te leveren en het werk te innoveren, bijvoorbeeld door het inzetten van software en robots.

Waarom groeit de arbeidsproductiviteit in Nederland minder hard?
De groei van de arbeidsproductiviteit kan komen door twee dingen:

  1. Autonome groei: Dit betekent dat bedrijven binnen een sector zelf productiever worden. Bijvoorbeeld door het werk slimmer te (re-)organiseren of met hulp van automatisering.

  2. Structuureffecten: Dit houdt in dat er veranderingen plaatsvinden tussen sectoren. Als meer mensen gaan werken in productieve sectoren, stijgt de arbeidsproductiviteit van het hele land. Maar als juist meer mensen gaan werken in minder productieve sectoren, daalt de productiviteit.

In Nederland zijn de structuureffecten de afgelopen jaren negatief geweest, wat de groei van de arbeidsproductiviteit heeft afgeremd. Tussen 2013 en 2019 zorgden deze structuureffecten voor een vertraging van de arbeidsproductiviteitsgroei met ongeveer 0,5 procent per jaar. In andere landen was dit effect vaak ook negatief, maar minder sterk dan in Nederland.

Er was ook vooruitgang in de afgelopen jaren
In de periode 2020-2023 groeide de arbeidsproductiviteit in Nederland iets sneller dan in de jaren daarvoor. Dit kwam vooral doordat er meer mensen gingen werken in productieve sectoren, zoals de IT, de financiële sector, en de groothandel. Minder productieve sectoren, zoals de horeca, werden juist hard geraakt door de coronapandemie.

Toch bleef de autonome groei van de productiviteit binnen sectoren nog achter. Vooral de financiële sector, zoals banken, zorgde voor een vertraging van deze groei. Opvallend, want het is op zich een sector met een relatief hoge arbeidsproductiviteit.

Negatief effectdoor afbouw gaswinning
De gaswinning in Groningen speelde ook een belangrijke rol. Hoewel de gassector klein is, waren de verdiensten wel groot. Daardoor kon een klein land als Nederland jarenlang heel veel geld verdienen aan het oppompen van gas. Nu dat minder is, heeft dat direct invloed op de waarde van de arbeidsproductiviteit in Nederland.

Dit is een unieke situatie vergeleken met andere landen. In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, had de winning van grondstoffen juist een positief effect op de arbeidsproductiviteit.

ZORG VOOR PRODUCTIEF PERSONEEL: Het lukt met deze HR-Tools

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 459 exclusieve vakartikelen en 286 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?