De pensioenfondsen kampen met een slechte dekkingsgraad. De rente is laag, waardoor de rekensom voor hun toekomstige verplichtingen niet uitkomt. Van het kabinet mogen de fondsen nu met een hogere rente rekenen, maar de pensioenfondsen zijn nog niet tevreden.
Het demissionaire kabinet Rutte presenteert een pakket maatregelen om de financiële positie van pensioenfondsen weer op orde te brengen. De effecten van alle maatregelen, zijn nagerekend door het Centraal Planbureau. Dat concludeerde dat de gevolgen niet specifiek ten koste gaan van één generatie. Verder blijkt de economie ook nog van de maatregelen te profiteren.
Pensioenkortingen gaan door
Door de maatregelen hoeven pensioenpremies volgend jaar niet onnodig te stijgen en kunnen pensioenfondsen – onder strikte voorwaarden – noodzakelijke verlagingen van pensioenen over meerdere jaren spreiden en beperken tot maximaal zeven procent per jaar.
Maar de verlagingen die pensioenfondsen eerder hebben aangekondigd, gaan wel gewoon door.
Maatregelen pensioenfondsen
De maatregelen van het kabinet zijn afgestemd met De Nederlandsche Bank, die toezicht houdt op de pensioenfondsen. Ze komen op het volgende neer:
Pensioenreglement aanpassen
Als fondsen gebruik maken van de mogelijkheid om pensioenen geleidelijk te verlagen, of andere maatwerkmaatregelen moeten treffen, moeten zij hun pensioenregeling wel op drie punten aanpassen.
Doel hiervan is de regelingen robuuster te maken en al aan te laten sluiten bij de aanstaande verhoging van de pensioenleeftijd en verdere toename van de levensverwachting. De aanpassingen leiden tot een verlaging van de kosten voor pensioenfondsen en lopen vooruit op een eerder aangekondigde aanpassing van de wettelijke financiële eisen die – in het financieel toetsingskader – aan pensioenfondsen worden gesteld. Pensioenfondsen kunnen de maatregelen al meteen invoeren. Er is geen wetswijziging voor nodig.
Pensioenfederatie: 'discussie over maatregelen'
De pensioensector wil ‘in geen geval weglopen voor problemen en pensioenfondsen moeten te allen tijde zorgen voor een gezonde financiële opzet van de pensioenregeling’, stelt de Pensioenfederatie. De sector accepteert dat het voor bepaalde fondsen noodzakelijk kan zijn om de pensioenrichtleeftijd voor de toekomstige nieuwe opbouw zo spoedig mogelijk te verhogen naar 67 jaar. Aangekondigde kortingsmaatregelen zijn gegeven de huidige situatie ‘onontkoombaar’.
Maar de Pensioenfederatie wil wel alsnog ‘een fundamentele discussie over welke rentecurve geschikt is als geloofwaardige indicator voor de huidige financiële situatie van pensioenfondsen’. Want ondanks de handreikingen van het kabinet, zijn pensioenkortingen volgens de Pensioenfederatie ‘beslist niet van de baan’.