Omdat de arbeidsmarkt in Nederlandse regio’s sterk van elkaar verschilt, moeten veel werknemers soms lange afstanden reizen om op het werk te komen. Dit heeft direct effect op de reiskosten, die volgend jaar mogelijk flink oplopen.
Volgens het ING Economisch Bureau reizen Nederlanders gemiddeld maar 14 kilometer om op hun werk te komen, maar de regionale verschillen blijken erg groot. Het regionale verschil in werkgelegenheid varieert landelijk van een overschot van 30% tot een tekort van 30%. Volgens de ING zou het beter zijn als meer inwoners in de eigen regio aan de slag kunnen.
Grote forensenstromen
Sommige werknemers moeten ver reizen naar hun werk en dat leidt tot omvangrijk woon-werkverkeer. De oorzaak is dat de arbeidsmarkt lang niet overal in evenwicht is.
Enerzijds zijn er stedelijke werkregio’s als Groot-Amsterdam, de regio Utrecht en Zuid-Oost Brabant die een flink overschot aan banen hebben. Maar er zijn ook woonregio’s als Flevoland, Zaanstad, Zuid-Oost-Friesland en Oost-Groningen, die juist een tekort hebben aan banen.
Werk en regionale voorspoed
Niet alle regio’s die goed scoren in de eigen werkvoorziening presteren ook economisch goed, want de bijdrage aan het arbeidsproces verschilt ook fors. Zo is de arbeidsparticipatie in het zuiden van Limburg en Noord-Oost Groningen laag. Daardoor blijft een groot deel van het arbeidspotentieel hier onbenut.
Dit wijst erop dat de aansluiting op de arbeidsmarkt niet optimaal is of de bereidheid tot reizen of verhuizen beperkt is. Landelijk varieert het aandeel van de beroepsbevolking dat werkt èn ook in eigen regio werkt van 32% tot 56%.