Werk is essentieel voor onze economische welvaart, sociale welbevinden en maatschappelijke samenhang. Maar de huidige regels passen onvoldoende bij de wereld van werk anno 2020. Dat staat in het uitgebreide rapport van de veelbesproken ‘commissie Borstlap’. Personeelsnet geeft hier een overzicht van alle aanbevelingen voor de arbeidsmarkt.
De commissie Borstlap, officieel de Commissie Regulering van Werk, is door het kabinet om een advies gevraagd over de aanpak van de wezenlijke problemen op de arbeidsmarkt met de vraag of de huidige regels nog wel passen bij de wereld van werk.
Want ondanks dat er nog maar net nieuwe arbeidswetgeving is ingevoerd met de WAB, was meteen al duidelijk dat dat deze wet niet het eindpunt zou kunnen zijn. HR-professionals zullen de komende jaren nog heel wat veranderingen meemaken. Personeelsnet geeft hier een korte samenvatting van het rapport met daarbij een overzicht van alle voorstellen.
Onduidelijke regels, onzekerheid bij werknemers
De Nederlandse arbeidsmarkt is uit balans geraakt. Als we niets veranderen, bedreigt dat het verdienvermogen van Nederland en zullen velen aangewezen zijn op onzeker en slecht werk. Dat is niet goed voor de maatschappelijke samenhang. Daarom moeten we de regels rondom arbeidsrecht, sociale zekerheid, belastingen en persoonlijke ontwikkeling drastisch veranderen.
De huidige regels rondom werk zijn onduidelijke en belemmeren dat mensen in vaste dienst komen. Dat is slecht voor de productiviteit en innovatiekracht van bedrijven, het veroorzaakt onzekerheid bij werkenden, ook financieel. Er is te weinig geld en tijd voor persoonlijke ontwikkeling van werknemers, terwijl mensen steeds langer doorwerken en de inhoud van het werk sneller verandert. En wie een keertje buiten de boot valt, komt later weer heel moeilijk aan het werk.
Hier moeten nieuwe arbeidswetten aan voldoen
De commissie vindt dat er nieuwe regels moeten komen die voldoen aan de principes van wendbaarheid, duidelijkheid, weerbaarheid en wederkerigheid. Om duidelijk te maken waartoe deze vereisten voor nieuwe regels leiden, heeft de commissie vijf aanbevelingen geformuleerd om tot meer toekomstgerichte regels te komen.
1. Meer interne wendbaarheid, minder flexwerk
De Commissie wil meer ruimte voor werkgevers om functie, arbeidsplaats en werktijd in arbeidsovereenkomsten aan te passen als het slechter gaat met het bedrijf. Flexibele contracten worden niet langer aangemoedigd: tijdelijk werk moet voortaan ook écht tijdelijk zijn. Bovendien moet tijdelijk werken duurder worden dan mensen in vaste dienst nemen.
2. Veel minder contractvormen
Er komen drie soorten werkenden: werknemers met een contract voor (on)bepaalde tijd; zelfstandigen, en werknemers die op uitzendbasis tijdelijk werk verrichten. De verschillende werkenden zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
3. Werkenden mogen zich ontwikkelen en blijven leren
Elke burger krijgt bij geboorte een individueel leer- en ontwikkelbudget dat beschikbaar is voor het verwerven van noodzakelijke kennis en vaardigheden gedurende de hele loopbaan. Alle werkenden kunnen ondersteuning krijgen bij het opdoen van de juiste kennis- en vaardigheden om duurzaam inzetbaar te blijven. Ze kunnen loopbaanbegeleiding krijgen in ‘loopbaanwinkels’.
4. Iedereen gaat premies betalen voor bescherming
Alle werkenden krijgen een basale bescherming tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Verplichte aanvullende verzekeringen voor werknemers blijven bestaan. De Commissie bepleit een gelijke fiscale behandeling van arbeid voor alle werkenden.
5. Maak een activerend en inclusief arbeidsmarktbeleid
Wederkerigheid betekent dat iedereen zich inspant om aan de slag te komen of te blijven. Indien nodig helpt de overheid daarbij. Individuele begeleiding wordt geïntensiveerd. Loopbaanwinkels helpen mensen hierbij. Wanneer men niet op de reguliere arbeidsmarkt terecht kan, wordt voorzien in aanvullende werkgelegenheid.
Alle voorstellen van de Commissie Borstlap op een rij
De Commissie wil dat de nieuwe regels worden gemaakt in een maatschappelijke alliantie met tal van belangengroepen. Hierdoor worden alle partijen op de arbeidsmarkt erbij betrokken. Wel waarschuwt commissievoorzitter Hans Borstlap dat de aanbevelingen van de commissie één geheel vormen, waar belangengroepen niet zomaar uit kunnen winkelen. Daarom moet het kabinet moet het voortouw nemen.
Dit zijn de aanbevelingen van de Commissie Borstlap voor de arbeidsmarkt |
Interne wendbaarheid binnen het arbeidsrecht wordt vergroot |
1. Maak het voor werkgevers eenvoudiger functie, arbeidsplaats en werktijd van werknemers aan te passen wegens bedrijfseconomische omstandigheden, als spiegelbeeld van de rechten die werknemers hebben op grond van de Wet flexibel werken. |
2. Introduceer de mogelijkheid van een deeltijdontslag (zonder preventieve toets) tot een bepaald percentage van de arbeidsduur wegens bedrijfseconomische omstandigheden (eventueel met een rol voor de ondernemingsraad). Werknemer moet aanbod werkgever accepteren, tenzij aan de kant van werknemer sprake is van zwaarwegende belangen. |
3. Wanneer de werkgever een werknemer wil ontslaan op grond van een in de persoon van de werknemer gelegen reden, ontbindt de rechter altijd; op het ontbreken van een redelijke grond staat een financiële sanctie. |
4. De plicht tot loondoorbetaling en re-integratie bij ziekte wordt voor werkgevers teruggebracht naar een jaar. Voor re-integratie buiten het eigen bedrijf kan publiek-private samenwerking kleine werkgevers ontlasten en helpen bij effectieve arbeidsbemiddeling. |
5. Concurrentiebeding bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is enkel toegestaan bij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. |
Financiële prikkels rondom externe flex verdwijnen |
6. Fiscale gelijke behandeling van arbeid voor alle werkenden (werknemers en zelfstandigen). |
7. Afbouwen fiscale regelingen voor zelfstandigen; verander fiscale faciliteiten voor zelfstandigen (zelfstandig ib ondernemers en dga’s) door deze te richten op het in de onderneming aangewende kapitaal in de vorm van een vermogens- of een (algemene) investeringsaftrek. |
8. Zorg via premiedifferentiatie in werknemersverzekeringen dat de kosten van flexibel werk niet afgewenteld kunnen worden op het collectief. Voorkom ongewenste cumulatie van beprijzing. |
9. Hoger (wettelijk minimum) loon voor werknemers die werken op basis van een flexibele arbeidsovereenkomst (naar duur, urenomvang of anderszins). |
Switchen tussen contractvormen wordt eenvoudiger |
10. Dit kan omdat er verplichte verzekeringen komen voor alle werkenden tegen grote inkomensrisico’s. Hierdoor is het minder eng om (tijdelijk) op een andere contractbasis te gaan werken. |
Externe flex binnen het arbeidsrecht wordt teruggedrongen |
11. Uitgangspunt is dat de feitelijke werkgever van de werknemer ook juridisch de werkgever is, met de daar geldende arbeidsvoorwaarden. Concurrentie op loonkosten via driehoeksverhoudingen wordt zo tegengegaan. Driehoeksverhoudingen zijn alleen toegestaan waar zij toegevoegde waarde hebben. Het gebruikmaken van driehoeksrelaties, zoals payrolling, contracting, detachering of uitzending, waarbij de contractuele werkgever een andere partij is dan waarvoor de werknemer werk verricht, moet voortaan goed onderbouwd worden. |
12. Oproepcontracten zijn enkel toegestaan met minimaal een kwartaalurennorm. |
13. Loonuitsluitingsbedingen zijn niet langer mogelijk. |
14. Ketenregeling wordt teruggebracht naar twee jaar (uitzonderingen mogelijk). |
Ordening van contractvormen en vergroten opeisbaarheid van rechten |
15. Drie rijbanen: er zijn zelfstandigen, werknemers met een contract voor (on)bepaalde tijd en werknemers die op uitzendbasis tijdelijk werk verrichten dat qua duur en omvang van tevoren niet of moeilijk te overzien is. Vluchtroutes worden bestreden en afgesloten. |
16. Werkenden krijgen laagdrempelige hulp om hun rechten te effectueren (arbeidsombudsman), zodat zij krijgen waarop zij recht hebben. |
Heldere en eerlijke afbakening tussen werknemers en zelfstandigen |
17. Aansluiting bij het Europees werknemersbegrip; bij de kwalificatie van de overeenkomst is de feitelijke situatie doorslaggevend. |
18. Het gezagscriterium in artikel 7:610 van het BW (de definitie van de arbeidsovereenkomst) wordt eigentijds uitgelegd (meer nadruk op inbedding in organisatie en aard werkzaamheden). Dit wordt verduidelijkt in wetgeving. |
19. Werknemer, tenzij-benadering heeft bij de kwalificatie de voorkeur maar vanwege Europese belemmeringen niet zonder meer door te voeren; overleg met Brussel is vereist. |
Driehoeksverhoudingen zijn toegestaan waar die toegevoegde waarde hebben |
20. Uitzendconstructie vereist een allocatiefunctie (uitzendbureau) en tijdelijkheid (uitzendopdracht). |
21. Uitzendbeding blijft mogelijk voor 26 weken maar opzegverboden gelden wel. |
22. Uitzendkrachten krijgen vanaf dag één recht op arbeidsvoorwaarden gelijk aan werknemers bij de inlener. |
23. Mogelijkheden tot uitbreiding ketenregeling bij uitzending komen te vervallen. |
24. Bemiddelaar (dus geen uitzendbureau) wordt gelijkgesteld met werkgever voor betaling belastingen en premies, mits de betaling via de bemiddelaar loopt. |
25. Voorkom dat het verlichte ontslagregime voor uitzending oneigenlijk gebruikt wordt, en ga na hoe een goede naleving van civiele en publiekrechtelijke regels door uitzendwerkgevers geborgd kan worden. |
Leven lang ontwikkelen met persoonlijk ontwikkelbudget |
26. Ken aan een ieder persoonlijk ontwikkelbudget toe bij geboorte. |
27. Maandelijkse bijdrage van de werkgever aan het persoonlijk ontwikkelbudget van de werknemer uit loonruimte. Bijdrage van de werkgever aan het persoonlijk ontwikkelbudget aan de werknemer bij einde dienstverband op initiatief werkgever (transitievergoeding). |
28. Vorm de transitievergoeding om tot een vergoeding die leidt tot extra persoonlijk ontwikkelbudget. |
29. Ondersteun een leercultuur met loopbaanwinkel. |
Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden |
30. Voer een basisverzekering in op bestaansminimumniveau voor alle werkenden. |
31. Uitvoering basisverzekering ligt in publieke hand. |
32. Wachttijd wordt gesteld op een jaar (werknemers hebben in dat jaar recht op loondoorbetaling). |
33. Verplichte aanvullende verzekering voor werknemers op basis van ZW en WIA. Zelfstandigen behouden boven de basis keuzevrijheid. |
WW voor werknemers die inkomensschokken voorkomt |
34. Maak de WW-uitkering hoog en kort. |
35. Verplichting tot om/bijscholing via loopbaanwinkel betaald uit het persoonlijk ontwikkelbudget. |
Iedereen doet mee |
36. Tegenover het recht op een uitkering staat de plicht om vanaf dag één actief te werken aan het versterken/verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt. |
37. Uitkeringsgerechtigden doen dat in een gestructureerde, professionele en activerende setting (bijvoorbeeld een “loopbaan of doorgroei huis”). |
Investeer in volwaardige participatie aan de basis van de arbeidsmarkt |
38. Creëer aanvullende werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. |
39. Kom tot een eenduidige regeling die werkgevers ontzorgt en compenseert voor productieverlies en begeleidingskosten. |
40. Investeer aanzienlijk meer in maatwerk en begeleiding van mensen die langdurig met een uitkering aan de kant staan. |
41. Koppel de regelingen voor inkomensondersteuning los van de persoonlijke begeleiding die nodig is om tot volwaardige participatie te komen. |
42. Stimuleer bijverdienen naast de uitkering en schep helderheid in het woud van toeslagen. |
43. Werk toe naar één regeling voor inkomensondersteuning aan de basis van de arbeidsmarkt. |