De economie bloeit, maar veel mensen merken dat nog niet. Dat moet in 2019 gaan veranderen, is de centrale boodschap in de Troonrede die Koning Willem Alexander op Prinsjesdag 18 september 2018 uitsprak. Hier leest u de punten die van belang zijn voor HR-professionals.
We leven in een tijdperk waarin de economie bloeit, maar waar tegelijk ook veel onzeker is: de Brexit komt er aan, de verhoudingen met (bevriende) landen over de hele wereld wijzigt voortdurend. Om aantrekkelijk te blijven voor wereldwijde investeerders, gaat het kabinet Rutte III door met het (omstreden) plan de dividendbelasting af te schaffen.
Het lidmaatschap van de EU zorgt volgens het kabinet dat Nederland sterker staat in een wereld waarin machtsverhoudingen verschuiven en oude allianties niet meer vanzelfsprekend zijn. Daarom moet de EU zich collectief sterk blijven maken voor vrije wereldhandel, zonder importtarieven en andere handelsbelemmeringen.
Groei moet voelbaar zijn voor iedereen
Hoewel Nederland een sterk en rijk land is, wil de regering ons land nog beter maken. De economie groeit in 2019 met 2,6 procent, de staatsschuld wordt lager en Nederland is beter voorbereid op toekomstige economische schokken. De werkloosheid daalt naar een historisch laag niveau van 3,5 procent.
De positieve gevolgen van de sterke economie moeten mensen ook concreet gaan merken thuis, op het werk en in de wijk. Mensen krijgen meer te besteden, zowel de brede middengroep van mensen met een modaal inkomen als ouderen en uitkeringsgerechtigden.
De lonen zullen stijgen, mensen vinden weer een baan, maken carrière of gaan meer uren werken. Bovendien gaat werken door modernisering van het belastingstelsel meer lonen. De belasting op consumptie gaat omhoog, waardoor ruimte ontstaat voor lagere lasten op arbeid. Per saldo houden huishoudens de komende jaren meer over, belooft het kabinet.
Maatregelen voor de arbeidsmarkt
Op sociaal-economisch terrein, zijn de volgende punten in de troonrede belicht:
Les uit het verleden: samenwerken moet
De Koning besloot de troonrede met een referentie aan de invoering van het kiesrecht van mannen, nog maar honderd jaar geleden. In september 1918 trad een kabinet aan dat niet kon steunen op een meerderheid en te maken had met veel kleine partijen. Toch wist het de achturige werkdag in te voeren en ook het algemeen vrouwenkiesrecht.
Ook het huidige kabinet realiseert zich dat er bij de uitvoering van het regeerakkoord ‘geen vanzelfsprekende grote meerderheden zijn’, maar hoopt wel op samenwerking om het land beter te maken.
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief